Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Daarom zoeken we het allemaal wat dichter bij huis. We kopen vlees en groente bij de plaatselijke boer en steunen steeds meer kleinschalige initiatieven. Desnoods vrijwillig. In diverse regio’s hebben ze een eigen valuta geïntroduceerd. We zijn van lokaal naar globaal uitgewaaierd maar komen tot inkeer dat vertrouwen een groot goed is dat je moet koesteren waar het nog kan.
In Frankrijk mag Hollande proberen de economische motor weer te voorzien van de juiste brandstof. Superbelasting van 75% voor de aller rijksten, meer overheidsuitgaven. Het resultaat tot nu toe: het consumentenvertrouwen is beland op een absoluut dieptepunt en de motor staat te roken. In Duitsland hebben ze hun motor al 10 jaar geleden gereviseerd en voorzien van de juiste brandstof. Zij draaien overuren en maken kilometers. Het probleem voor de Duitsers is echter dat hun aanhanger vol zit met Europese kneusjes. De Duitse motor is gelukkig sterk maar verbruikt hierdoor wel wat meer brandstof. De reden dat het met Duitsland redelijk tot goed gaat is dat zij jaren geleden de weg van soberheid en verstandigheid zijn ingeslagen. Een rem op de groei van de lonen en een strakke begrotingsdiscipline.
Inmiddels roepen politici in Nederland dat we meer moeten gaan besteden om onze motor weer aan de praat te krijgen. Ondertussen zorgen zij voor de nodige bezuinigingen. Niet op de overheidsuitgaven maar door de inkomsten te verhogen. Consumenten hebben heus wel geld maar willen het niet uitgeven. We zijn bang. Waarvoor is niet eens relevant. Want als je werk hebt, dan heb je inkomen en zou je lekker kunnen uitgeven. Echter consumenten weten ff niet meer waarop ze kunnen leunen. Alles lijkt te schudden van opwinding. Een goed pensioen had je, maar nu niet meer. Een leuke baan heb je, maar misschien morgen niet meer. De lasagne van AH was lekker, maar met paardenvlees niet meer. Je hypotheek kon je betalen, maar door de vermindering van aftrek misschien niet meer. Rutte roept A en doet B. Samson roept B en doet A.
Consumenten gaan pas weer geld uitgeven als ze het gevoel hebben ergens op te kunnen vertrouwen. Dat betekent dat de overheid een consistent beleid moet voeren en moet stoppen met de hang naar onuitputtelijk nivelleren. Retailers moeten verkopen wat ze zeggen te verkopen en het huis moet een plek blijven waar mensen zich prettig voelen. En afspraak is afspraak.